Rudolf Bosch werkt bij het Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe waar ook het stadsarchief van Harderwijk onder valt. Hij is heel voorzichtig met de stadsbrief. Het is een kleine akte waar in het latijn de rechten van de stad Harderwijk worden opgesomd.
‘Hier staat dat inwoners zelf hun stadsbestuurders mochten kiezen, recht mochten spreken en markten mochten organiseren. Het is de oprichtingsakte van de stad Harderwijk’, legt Bosch uit.
Territorium afbakenen
Onder de brief hing oorspronkelijk waarschijnlijk een zegel van graaf Otto II van Gelre, maar die is verloren gegaan. Waarom gaf graaf Otto stadsrechten aan Harderwijk? Daarmee stond hij in feite zijn macht af aan zijn onderdanen.
Bosch: ‘Graaf Otto wilde de inwoners van Harderwijk aan zich binden. Met het verlenen van stadsrechten bakende de graaf zijn territorium af. Harderwijk was een belangrijke plaats aan de oude Zuiderzee. Met de stadsrechten drukte graaf Otto een Gelderse stempel op Harderwijk.’
